Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik zal in [21]vrede te zamen nederliggen en slapen; [22]want Gij, o HEERE! alleen zult mij doen zeker wonen. 21. Dat is, stilte en gerustheid, niet tegenstaande de aanslagen mijner vervolgers. Zie hfdst.3 vs.6. 22. Anders: Gij [zijt] de Heere alleen; Gij zult mij zeker doen wonen.